Om Benna

De bus zwenkte naar rechts, schoot de berm in en stopte bij een eigenaardig bosje.Ik schrok op uit een dagdroom waarin twee teams in een soort televisieprogramma het tegen elkaar moesten opnemen doormiddel van een krachtproef. Ik zat in het team van Peter R. de Vries. Het was de bedoeling om zo snel mogelijk opiumwater te bereiden. Zoals ik dat gisteren een oude Bisnoiman had zien doen op het erf achter zijn lemen huis. Met een houtje wreef ik heftig hen weer in een ruitvormig houten bakje. “Dat moet sneller kunnen,” neuzelde Peter lijzig, “de anderen zijn al aan het filteren”. Opeens was ik blij dat ik de bus uit mocht.
Het eigenaardige bosje bleek een heiligdom. Ik hoopte dat ik deze keer mijn schoenen aan mocht houden, maar hierin zijn de Hindoes onverbiddelijk. Schoenen zijn van leer en leer is van een dood beest en ieder heiligdom is nu juist een zuivere plek waar geen ruimte is voor verderf. De knalgroengele sportschoenen die Ton Geurts me cadeau had gedaan, stonden te godveren tussen het Hindoeïstische schoeisel. Er zat geeneens leer aan. Voor tien roepies bond een meisje mij een geelrood koordje om de pols en een man in een gele jurk gaf me een rooie stip tussen de ogen en bood mij doorgang.
Achter een kluwen van draadjes en armbandjes, die nog meer bosjes volledig hadden omwikkeld met vasthoudende krachten, zat tussen de walm van vuur en wierook een heilige man met een heilige tulband en achter hem stond een heilige glazen kast met daarin een heilige motorfiets. Het was de motorfiets van Om Benna. De fiets, met “Om Benna”op de kentekenplaat geschilderd, belichaamde de tastbare aanwezigheid van een onfortuinlijke jonge man die er verantwoordelijk voor was dat iedere reiziger op het traject Jodhpur- Idaipur hier stopte om op blote voeten een touwtje om de boom te binden, een staafje wierrook te branden, een kleine gift te schenken aan de toegewijde monnik en een snoepje van de schaal te pakken voor onderweg.

Zeven jaar geleden verongelukte op deze plaats een jongen uit Idaipur, die op zijn motor was gestapt nadat zijn ouders hem verboden hadden om het meisje van zijn dromen te trouwen. De motorfiets was het daar niet mee eens. Na het ongeval werd de fiets naar het politiebureau getransporteerd, waar hij de agenten de stuipen op het lijf joeg door bij zichzelf herhaaldelijk de motor te starten om brullend zijn protest te laten horen. Toen de jongen later ook nog eens langs de weg werd gesignaleerd, waar hij stond te liften, werd het duidelijk: Om Benna had een missie en toen men zag dat hij zelfs kon incarneren in andere voorbijgangers werd hij nog veel vaker opgemerkt en groeide hij uit tot de wegbeschermer van het hele traject. De monnik, die zijn roeping had gevonden in het uitdijende heiligdom en de vlam persoonlijk brandende hield, begon te voelen dat Om Benno eens per week bezit van hem nam en dat uitte zich dan in kleine stuiptrekkingen, precies op het tijdstip van het ongeval. Onze tourleader Suryabhan Singh, voor ons Sunny, stond met geheven handen voor de monnik. Hij kende de gevaren van de motorfiets en zeker ook het rijgedrag van de Indiase weggebruiker. Zijn ernst over de feitelijkheid der gebeurtenissen was onbespreekbaar.
Een man met een snor keek me aan van onder zijn kap en bood me een wormvormig blauw met wit snoepje aan, draaide zich om en was verdwenen. Even ging er een schok door mij heen, ik had durven zweren dat het Peter R. de Vries was die mij sterkte in mijn twijfels. Ik aarzelde even en besloot toen de schoenen van Ton Geurts achter te laten. Zij zouden de plek ongetwijfeld aan kracht laten winnen en stapte blootsvoets de bus in.