Het werk van Bernard Visser is uitgesproken aards. Zijn schilderijen en houten beelden dragen een huid die lijkt op de huid van de aarde zelf. Hij bewerkt en bekrast ze met verkoold hout en papjes van pigment of gekleurde aarde van zwijgend zwart, vuil wit, bruinen, grijzen, okers, steenrood met af en toe een helder blauw.

Hij bouwt zijn schilderijen meestal op door ze te bewerken terwijl ze plat op de vloer van het atelier liggen, of hij legt ze buiten onder de blote hemel en wacht tot het oppervlak is gezet en gedroogd, om ze vervolgens weer rechtop te zetten..

Beelden maken is voor hem net zo belangrijk als schilderen en tekenen. Hij gaat boomstammen te lijf met een kettingzaag alsof hij wil schetsen in hout. De oppervlakten komen tot stand door het vloeien van zand en water, de modder wordt gedroogd door hitte, verbrand door vuur, afgesleten en opgeschuurd.

Visser haalt zijn ideeën uit allerlei verschillende bronnen. Vooral door veel te fotograferen en knipsels te verzamelen uit kranten en tijdschriften en ze in te plakken in verslagachtige boekwerken, ze worden voorzien van tekeningen en teksten over zijn bezoeken aan landen en steden. Deze merkwaardige, fascinerende boeken, bieden een oorspronkelijke kijk op zijn waarneming, belangstelling en denkwijze.

In zijn werk verbindt hij op een eigentijdse manier de beelden van onze vroegste voorvaderen met de muren van onze moderne steden. Zijn kunst is, ondanks de sterk aanwezige forse materie, betrokken, verleidelijk poëtisch en indringend.

De mensfiguren combineren een krachtige dynamiek met een poëtische kwetsbaarheid. Materie en geest doen een poging om de beschouwer te treffen in een onverhoedse en woordloze aanval van zowel schoonheid en pijn, van perfectie en neergang.
 

Het werk van Bernard Visser is bij tijden even rauw als geraffineerd. De eenvoud waarmee hij de mens weergeeft, heeft kortgeleden gedurfde nieuwe kracht verworven die in zowel platte als ruimtelijke dimensies vertaald wordt. Gezien zijn laatste werk zou je Visser een moderne grotschilder kunnen noemen, die muren bewerkt en bekrast met verkoold hout en papjes van pigment of gekleurde aarde – zwijgend zwart, vuil wit, bruinen, grijzen, okers en steenrood domineren – het grofstoffelijke oppervlak suggereert aarde, steen en botten; en dan is er opeens een helder kobaltblauw!
Blijvend onderwerp in het werk van Visser is de menselijke gestalte. Hij is daarin niet de enige, maar zo’n uitgesproken aardse visie als die van hem is tamelijk zeldzaam

Visser bouwt de oppervlakten van zijn werk meestal op door ze te bewerken terwijl de schilderijen plat op de vloer van het atelier liggen, of hij legt ze buiten onder de blote hemel en wacht tot het oppervlak is gezet en gedroogd, om ze vervolgens weer rechtop te zetten. Beelden maken is voor hem net zo belangrijk als schilderen en tekenen. Met evenveel gemak gaat hij boomstammen te lijf met een kettingzaag – zijn gereedschap, materiaal en benadering zijn uitgesproken eigentijds! Toen ik hem in oktober 2006 in zijn atelier even buiten Weert opzocht, trof ik een opvallend groot wit beeld van een hoofd aan, dat buiten op een provisorisch voetstukje was geplaatst. De kleine ovale mond leek geopend voor een stille schreeuw of een lied, de diep ingesneden ogen starend, zonder iets te zien. Ik nam aan dat het beeld uit beton gegoten was, maar de geestachtige verschijning kreeg een andere dimensie toen mij werd verteld dat hij was gemaakt van beschilderd polystyreen. De pure eenvoud, de wilde primitiviteit en het gevoelige oppervlak geven het werk zijn grote uitdrukkingskracht.

De figuren van Visser zijn soms statisch, staand, leunend of lopend. Nu en dan buigen zij alsof ze uitgeput zijn van het torsen van een zware last. Ze liggen uitgestrekt op de grond of ze lijken een rituele dans uit te voeren. Zijn beelden gaan steeds terug naar de essentie en hebben zo goed als geen aandeel in het moderne leven of de techniek, behalve dan het restmateriaal dat is opgenomen in zijn evocatieve, herschikte, omwoelde oppervlakten.

Bernard Visser put voor zijn beelden, net als zijn bevriende kunstvrienden en veel eigentijdse collega’s tegenwoordig, uit allerlei verschillende bronnen. Vooral door veel te fotograferen en knipsels te verzamelen uit kranten en tijdschriften en andere vluchtigheden en ze in te plakken in verslagachtige boekwerken, waar overheen of naast wordt getekend en aangetekend, in het bijzonder tijdens het bezoeken van andere plekken en op “werkvakanties”. Deze merkwaardige, fascinerende boeken, die vaak uitpuilen door hun hoeveelheid en bijzondere inhoud, voorzien hem van een steeds meer uitdijende hoeveelheid bronnenmateriaal voor zijn werk en bieden een oorspronkelijke kijk op zijn waarneming, belangstelling en denkwijze.

Visser is geïnteresseerd in de metafysica van materie en beeldvoorstelling. De wisselwerking tussen zijn afbeeldingen van de mensfiguur en zijn tactiele oppervlakten is overtuigend en moeilijk te vergeten. Het verbindt ons, toeschouwers, op een eigentijdse manier met de beelden van onze vroegste voorvaderen. Verder is zijn kunst, ondanks de sterk aanwezige forse materie, betrokken, verleidelijk poëtisch en indringend.

Hendrik Kolenberg
Senior Curator of Prints and Drawing,
Art Gallery of New South Wales, Sydney
February 2007

 

 

expos