Eigenlijk wilde ik iets diepzinnigs zeggen over het gebied tussen iets en niets en dat daar de essentie en betekenis der dingen ligt, maar ik kom uit bij een verslag van een wandeling naar het atelier.
Ik had de auto al afgekrabd, maar besloot te gaan lopen. Peter Timofeef had gelijk dat een sneeuwlandschap er feestelijker uitziet dan een regenlandschap. De witzwart gevlekte honden van de onafgebroken uitlatende buurtman waren nu slechts half zichtbaar. Op de Parklaan was een man in geklede jas onhandig een kniehoge sneeuwbal aan het voortrollen.
Ik knikte begrijpend toen ik achter hem zijn kleine zoontje ontwaarde. In gedachten zag ik een lang vergeten sneeuwfort terug, een halfronde witte muur in een lege witte straat. Mijn voorraad ballen was enorm, maar niemand om naar te gooien. De man moest opschieten, regen mengde zich met de sneeuw. Regendruppels van klein kaliber sloegen gaatjes in het weerloze wit. Ik versnelde mijn pas en probeerde precies in de voetsporen te stappen van een grote maat met haarscherp profiel, het tastbare bewijs van leven vóór mij, sporen die ik al mijn hele leven lang probeer te lezen. De sneeuw bij het atelier zag er nog onaangeroerd uit. Ik was de eerste vandaag.