Zeg het met bloemen

zeg_het_met_bloemenDe sterveling – zijn dagen zijn als gras, als een bloem op het veld, zo bloeit hij, wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer en haar plaats kent men niet meer. Psalm 103, 15 – 16.
In de donkerste dagen van december komt er altijd een padvindertje aan de deur die hyacintenbollen in een potje verkoopt. Ik neem er dan een stuk of drie met het gevoel of je alvast een nieuwe lente in huis haalt. En ik ben niet de eerste, die zo een voorschot neemt op nieuw leven na de dood van de winter. De hyacint is vernoemd naar Hyakinthos, een vegetatiegod die zijn oorsprong vindt bij de eerste stedenbouwers, de Soemeriërs. Bij de Grieken lijkt hij op de schone jongeling Adonis, die in het najaar sterft en in de lente voor een korte periode mag terug keren uit de onderwereld. Ovidius schrijft in zijn “Metamorfosen”, dat de hyacint ontsprong aan het bloed van een stervende jongeling.
De schoonheid en de vergankelijkheid van een bloem zijn zo onontkoombaar dat sinds mensenheugenis iedere dichterlijke ziel zijn geliefde erin herkent. Ons hele gevoelsleven lijkt wel zijn oorsprong te vinden bij de bloemen. Buiten schoonheid en kwetsbaarheid staan zij ook voor levenskracht en levensvreugde en in scheppingsverhalen in Egypte en India spelen bloemen (de lotus) een hoofdrol. Bij de Azteken waren bloemen verbonden met het artistieke en smaakvolle. Bij ons staan witte bloemen voor onschuld en reinheid, rode voor vitaliteit en bloed en liefde, blauwe voor mysterie en innerlijke overgave, gele voor warmte en goud. En zo lang als de mens bestaat is de laatste groet die men dierbaren meegeeft, een bloem op het graf.

Zo oud als de mens? Nee, ouder! Ik moest aan mijn hyacinten denken toen ik las dat er in het graf van een Neanderthaler bloemen waren gevonden.